Democratische toezicht onder druk
A.J. Wierenga en J.G. Brouwer
Bij een noodsituatie horen doorgaans ingrijpende maatregelen. Zo ook dit keer. De vigerende noodverordeningen beperken een veelheid van onze grondrechten: het recht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer door een verbod op het ontvangen van bezoek in zorginstellingen en bij ons thuis (zie deel 9), het recht om te vergaderen en te demonstreren, de vrijheid van godsdienst en levensbeschouwing en de vrijheid van onderwijs (zie deel 6). Ook op het verdragsrechtelijk beschermde eigendomsrecht wordt fors inbreuk gemaakt. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wees hier onlangs nog op: ondernemers zijn niet in staat om hun eigendom en talent in te zetten voor het verdienen van een boterham.
Ingrijpende maatregelen zijn echter eigen aan een noodsituatie. Daar hoort ook bij dat maatregelen per direct moeten worden genomen en dat de democratische spelregels derhalve onder druk staat. Dit geldt ook in de coronacrisis. Bij de totstandkoming van de maatregelen is geen democratisch gekozen orgaan als een parlement of een raad betrokken. Ze worden opgesteld en uitgevaardigd door een bij Koninklijk Besluit benoemde voorzitter van de veiligheidsregio naar aanleiding van een Aanwijzing van de minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS). Deze getrapte regelgeving is een trouvaille van de minister van VWS die niet geheel op toeval berust.
Lees verder